Corné Akkers

  • Hoewel Corné Akkers al op jonge leeftijd begon met tekenen en schilderen, startte hij zijn professionele kunstcarrière pas op zijn 35e, na een succesvolle loopbaan als bedrijfsjurist. Hij bleef zijn penselen en potloden hanteren sinds zijn kindertijd, maar had nooit durven dromen dat hij ooit van kunst zijn beroep zou kunnen maken.

    Het internet bood hem een online etalage via zijn eigen website en diverse partnerplatforms gericht op het tonen en verkopen van kunst. Sindsdien is zijn werk te zien in talloze landen wereldwijd.

    Corné werkt in uiteenlopende stijlen die één gemeenschappelijke factor hebben: de voortdurende zoektocht naar licht op fenomenen en de schaduw- en lichtvlakken die daaruit voortkomen. Zijn favoriete media zijn olieverf, droge pastel en grafietpotlood.

    Niet de vorm of het thema is voor hem doorslaggevend, maar de manier waarop vlakken met bepaald tonaal karakter variëren en het licht afbakenen. Hij combineert figuratief werk met de zoektocht naar abstractie. Geen van beide kan op zichzelf het artistieke statement leveren dat het publiek van een kunstenaar verlangt.

    Overdrijving en afwijking zijn daarbij standaard, wat resulteert in een kenmerkend gebruik van een uitgebalanceerd kleurenschema en een breed tonaal spectrum. Zo ontstaat kunst die, zelfs als het doek of papier in stukken zou worden gescheurd, in essentie herkenbaar blijft.

Roundism – Neo Deco

Een specifieke stijl die Corné hanteert, noemt hij Roundism—zijn persoonlijke interpretatie van het traditionele kubisme zoals beoefend door Pablo Picasso en Georges Braque. Grote rivieren krijgen voeding van vele zijstromen, en zo werden deze kubistische grootmeesters gevolgd door kunstenaars als Tamara de Lempicka, met haar kegelvormige figuren en scherpe tonale cadans.

Zelfs impressionisten zoals Claude Monet, vanwege zijn liefde voor licht, en alleskunner Leo Gestel, die diverse stijlen samenbracht in zijn eigen figuraties, behoren tot zijn inspiratoren. Hij zou eindeloos kunnen doorgaan met het noemen van invloeden.

Het resultaat is een gestileerde kubistische figuratie met aandacht voor atmosferische diepte, compositie, anatomie en tonaal ritme. In zijn tienerjaren las Corné Johannes Ittens studies over vorm en kleur. Daaruit leerde hij dat kunst draait om balans in variatie en herhaling. Corné gaat daarin een stap verder: hij stelt dat er variatie in herhaling zit en herhaling in variatie. Elke variatie op herhaling kan, indien gekwantificeerd, leiden tot een eigen herhaling. Zo beginnen beide elementen om elkaar heen te dansen als derwisjen.

Hij ontdekte dat dit principe geldt voor tonaal ritme, kleurrelaties, verzadigingsbalans en compositorische elementen. In het leven en ver daarbuiten is dit principe nodig om überhaupt iets voort te brengen.

Roundism evolueerde uiteindelijk tot Neo Deco—de stijl die zijn liefde voor bepaalde artistieke vormgeving het best omschrijft.